Fotograferen van vallende sterren.

Het is belangrijk om een donkere plek op te zoeken. Geen stadsverlichting, straatlantaarns, of andere lampen.

Witbalans kan het beste op een vaste waarde gezet worden omdat het nodig is om veel foto’s te maken. Je wilt niet dat elke foto een iets andere witbalans heeft. Kies voor een nachtelijke hemel een witbalans van ongeveer 4000 Kelvin om een zo natuurlijk mogelijke kleur te krijgen.

De grootste kans om vallende sterren in je beeld te krijgen is een groothoek. Denk aan 17mm op fullframe of zelfs meer als mogelijk is. Maar ook met 24mm kan het heel goed, hoewel je dan minder hemel op de foto krijgt.

Probeer zoveel mogelijk licht op je sensor te laten vallen. Dat betekent natuurlijk een grote lensopening. Denk daarbij aan minimaal f/4 maar nog liever een of twee stops meer. Maar laat je niet weerhouden om met een objectief dat een maximale lensopening van f/5,6 heeft aan de slag te gaan. Je kunt dit natuurlijk enigszins compenseren door een hogere ISO te nemen.

De sluitertijd is niet belangrijk. In principe wil je een sluitertijd die tussen de 10 seconden en 30 seconden is. Maak een testopname met 15 seconden en als de foto te licht of te donker is, corrigeer de sluitertijd dan.

Als alles ingesteld is, en je hebt een mooie compositie, dan is het een kwestie van foto’s maken.